fullsizeoutput_a33.jpeg

blog

Commentaar, ideeën, observaties.

Beeldhouwen in de boardroom

NCD, Nederlandse vereniging van Commissarissen en Directeuren. Ik ken de vereniging niet. Associeer de naam met een sociëteit voor grijze heren die het weten. En met een wat bedaagde, serieuze sfeer. Misschien dat ik daarom zo verrast ben door de blijmoedigheid van de mevrouw van de NCD die ik aan de lijn heb. Ze belt omdat ik heb gereageerd op een LinkedIn bericht, waarin NCD Academy potentiele belangstellenden informeert over de opleiding tot toezichthouder. Ik heb de brochure Governance Essentials gedownload – en dus belangstelling getoond – maar zeg meteen dat ik niet overweeg om toezichthouder te worden. Die mededeling lijkt haar eerder te enthousiasmeren dan te ontmoedigen. Ze wil weten hoe en wat. “Je bent directeur?” Zeker. “En lid van de NCD?” Nee, dat nou weer niet. Ze lacht, “Geeft niet hoor. Maar waarom geen toezichthouder?”

Ik vertel haar dat ik vooral nieuwsgierig ben naar de plaats van ethiek en cultuur in de opleiding, omdat het juist daar zo vaak mis lijkt te gaan. En dat ik denk dat ik niet uit het juiste toezichthoudershout gesneden ben. Dat ik weliswaar directeur ben en ook grijs en ook serieus, maar ondernemersbloed? Dat ik een achtergrond als beeldend kunstenaar heb, dat begrippen als ‘winst’, ‘leiden’, ‘doelen’ en de definitie van ‘succes’ voor mij een andere inhoud hebben dan gebruikelijk in het bedrijfsleven. Dat ik vaker overmand wordt door twijfel dan door zeker weten en dat….Maar terwijl ik me uitput in argumenten die duidelijk moeten maken dat de rol van toezichthouder niet bij mij past, lijkt de mevrouw, tot mijn verbazing, alleen maar enthousiaster te worden. “Misschien moeten we toch eens praten” zegt ze.

En zo zit ik op een mooie zonnige lentemiddag in landgoed De Horst aan tafel met Kitty van Mierlo, manager partners & netwerken van NCD. Of het door het lenteachtige, of door haar stijl komt weet ik niet, maar het gesprek dat we hebben over de rol van toezichthouders/ commissarissen, is licht en luchtig. En, anders dan verwacht, blijken we opmerkelijk vaak op één lijn te zitten. Wat betreft voorbeelden van bestuurlijke misperen en falend toezicht. Wat betreft de invloed die deze – in de media breed uitgemeten – affaires hebben op de beeldvorming rond het instituties en organisaties (en op die van de betrokken beroepsgroepen, waaronder ‘bestuurders’). We hebben het over verschillende ‘werelden’ en de klaarblijkelijke kloof tussen de bestuurlijke en de maatschappelijke moraal. Over beschadigde maatschappelijke reputaties en het afbrokkelen van gezag en legitimiteit van ‘de bestuurlijke elite’. Samen komen we tot de slotsom dat de voorbeelden vaak zijn terug te voeren op één onderliggende oorzaak: de attitude van de betrokken mensen.

Die conclusie wordt door Kitty van Mierlo begeleid met een veelbetekenende glimlach. “Voor mij niets nieuws” lacht ze. In haar lange verbintenis aan de NCD is steeds weer gebleken dat de factor mens beslissend is in vraagstukken succes of falen. “Ik ben optimistisch” vervolgt Kitty. Ze ziet mogelijkheden om ontwikkelingen in de goede richting te stimuleren. Onder meer door – zoals ze nu doet – mensen van diverse pluimage te vragen een rol van toezichthouder te overwegen. Diversiteit in achtergrond, opleiding en belangstelling ziet ze als mogelijkheid om de band tussen besturen en maatschappelijk speelveld te herstellen. Sterker nog, dat zag ze zeventien jaar geleden al. Toen brak ze met vooruitziende blik in een column al een lans voor diversiteit in de bestuurskamer. Als ze de titel noemt, wordt me opeens duidelijk waarom ze zich door ons telefoongesprek niet liet ontmoedigen. De wereld ziet er licht uit als we door de lentezon naar de parkeerplaats wandelen. Er schiet van alles door mijn hoofd..the unbearable lightness of being …en de theorie ‘der Sozialen Plastik’ van Joseph Beuys, die stelt: ‘jeder Mensch könne durch kreatives Handeln zum Wohl der Gemeinschaft beitragen und dadurch plastizierend auf die Gesellschaft einwirken’. Ja, plastizieren in de bestuurskamer. Waarom niet?